Het woord papier verwijst naar de papyrusplant. Deze plant groeit aan de waterkant van rivieren in het Midden-Oosten, zoals de Nijl. Het “papier” van de papyrusplant werd eerst door de Babyloniërs, daarna door de Egyptenaren (rond 3000 v. Chr.) en vervolgens door Grieken en Romeinen gebruikt om voornamelijk contractuele afspraken vast te leggen.
Het papier uit de papyrusplant werd gemaakt door de stengel en de bladeren van de papyrusplant op elkaar te leggen en door het uitoefenen van druk met elkaar te verbinden. Dit was een vrij moeizaam en langdurig proces. De papyrusrepen werden met elkaar verbonden door er met hamers op te slaan. Daarbij kwam er sap uit de bladeren dat weer diende als lijm tussen de repen.