In 1868 neemt Nuey Pannekoek de Fortuyn over van zijn neef Theodorus nadat hij zijn windpapiermolen ‘de Pannekoek’ had verkocht. De beschrijving van de verkoop met al zijn bijbehorende rechten, plichten en goederen kun je HIER lezen.
Nuey keerde echter niet in het papiervak terug, de aankoop was gedaan ten behoeve van zijn zoon Nicolaas Pannekoek.
Nicolaas Pannekoek exploiteerde de molen samen met N.J.F. Kamperdijk onder de firma naam Pannekoek & compagnie zoals mede vastgelegd in de staatscourant. De waarde van de bezittingen van de Fortuin en Kwadenoort 1 op 1 januari 1870 zijn vastgelegd bij de notaris en zijn HIER in te zien.
Vennoot Kamperdijk kwam niet uit de papiermakers kringen; hij was de zoon van een Utrechtse handelsrelatie, die uit gezondheidsredenen naar de Veluwezoom kwam. De komst van een Utrechtenaar, een ‘vreemdeling’ in een Gelderse molen was een ernstige inbreuk op de traditie, zo werd – ten onrechte- gemeend: vreemdelingen zijn er immers velen geweest in de Gelderse Molens! Maar Kamperdijk heeft er mee te kampen gehad, totdat er op den duur de vrede werd getekend.
Theodorus die de fortuin aan zijn neef Neuy Pannekoek was naast papierfabrikant ook wethouder. Hij was getrouwd met Anna Maria Hendriks en samen kregen ze 4 kinderen. Anna Maria is niet oud geworden en kwam reeds op 31 jarige leeftijd te overlijden. Per 1 mei 1876 zet Theodorus zijn huis te huur, de reden is niet bekend, maar hij was toen 71 jaar. Hij is overigens 80 jaar geworden.
In het algemeen Handelsblad verscheen even later het onderstaande bericht
Bron:
De Papiermolens in de provincie Gelderland. H.Voorn 1985
Genealogie site van Jeroen en Gerdien Nikkels.
Archieven CODA Apeldoorn