Op de Kortenburgsebeek hebben twee papiermolens gelegen. De bovenste van deze twee molens, die even ten zuiden van de Hartenseweg lag, behoorde tot het landgoed Kwadenoord, evenals de bovenste molen op de Renkumse beek. De molen had geen naam; we zullen hem als tweede kwadenoordse molen aanduiden Het jaar van oprichting is niet met zekerheid bekend; Daniel Warners Boekelman, die met zijn vrouw Petertje Roelofs en zijn in 1703 geboren zoontje Jannes (Johannes) de zuidelijke papiermolen in Wissel omstreeks 1708 verliet, zal hier de eerste papiermaker zijn geweest.
1708
Hoewel hij waarschijnlijk omstreeks 1708 reeds in Renkum was, wordt hij eerst in 1713 voor het eerst in de Renkumse archiefbescheiden genoemd. Op 20 maart 1713 blijkt hij 520 gld. Schuldig te zijn aan wijlen Dibbet Brants en Lijsbet Petersen. In 1714 wordt hij als geërfde van Renkum genoemd , en 16 mei 1715 blijkt hij 550 gld. geleend te hebben aan Goosen Aartsen en Derkje Willems, waarvoor een huis en een stuk land genaamd ‘Den Hollen weg’ werd verbonden. (1)
Daniel Boekelman was in 1676 geboren zoon van Warner Jansen Veenhuysen, papiermaker op de Brinkermolen te Vaasen, en Anneke Holtius. Hij was getrouwd met Petertje Roelofs, uit welk huwelijk onder andere de zoon Johannes Daniels Boekelman is geboren. Daniels twee jaar oudere broer noemde zich wèl Veenhuysen, maar een zijner kinderen uit zijn huwelijk met Aertje Roelofs Hulshof heeft zich ook Boekelman genoemd, te weten de zoon Elias Boekelman, geboren 1699 en 1722 getrouwd met Jannetje van Oort (van Noorth)
In 1742 kocht Daniel Boekelman van zijn neef Elias Boekelman, dan weduwnaar van Jannetje van (N)oort, en van haar zuster Hester voor 2100 gld 7/8 parten van een huis met hof, schuur en hooiberg aan de beek bij de weg. (2)
1729
Daniel Boekelman is opgevolgd door zijn zoon Johannes die in April 1729 trouwde met Aaltje Wegenaar, dochter van Jan Claessen Wegenaar, papiermaker op de molen in de Veentjes te Heelsum en Jenneke Jans Schut. Het register van de haardstedegelden van 1749 noemt hem met zijn vrouw, vijf kinderen en zes knechts en meiden, waaronder ook begrepen zijn inwonende moeder en zuster Anna en Elsje. Johannes Boekelman is in oktober 1778 overleden, zijn vrouw in juni 1775. Opvolger werd zijn zoon Lambertus, in mei 1740 geboren en in april 1774 getrouwd met Johanna van Steenbeek. Zes kinderen werden van dit echtpaar in Renkum gedoopt, waar de oudste zoon Anthony, papiermaker zou worden op de Rozendaals Pannenmolen en Altinus in Velp papiermaker werd op de molen bij het Kaarsenmakersgat. Lambert Boekelman is niet zonder financiële problemen door het leven gegaan. Een schuld aan de lompen leveranciers gebroeders Evert Jan Everts en Gerhard Everts Vierevant van 1000 gld. In 1773 liep dit op tot 3000 gld in 1775. In 1782 moest Boekelman de opstal van zijn molen voor deze schuld verbinden(3) Welliswaar kocht hij in 1784 een huis in Renkum tussen de straat door het dorp en de weg achter het dorp voor 1191gld., maar hiervoor werd het geld geleend van de gebroeders Vierevant en van Derk van Ommeren Evertsz. Na de dood van zijn vrouw in juli 1787 verkocht Lambert Boekelman het huis weer in 1789; van de leningen was toen nog niets terug betaald (4).
1791
De eigendom van de molenopstal is daarna gekomen aan Boekelmands schuldeisers, de familie Viervant. In juli 1791 kochten Johanna Elisabeth Evers Viervant en haar oom Gerardus Everts Viervant het recht van water en grond van de molen van Wilco Holdinga. In december 1795 werd in de leenacktenboeken aangetekend, dat door het overlijden van deze oom de eigendom geheel aan Johanna overging.(5) Johanna Viervant heeft de molen verpacht aan Jannes Mulder. (6)
Jannes Mulder die van Vaassen kwam trouwde 1 mei 1791 te Beekbergen met Henrika Stufken. Hij zal voor zijn huwelijk papiermakersknecht zijn geweest, in Apeldoorn vanaf 1785, daarna in Beekbergen. Mulder was de laatste papiermaker op de Kortenburgsebeek.
1810
De Kwadenoordse molen werd omstreeks 1810 verbouwd tot oliemolen; de beek werd toen oliemolenbeek genoemd. Deze oliemolen was van 1825-1855 eigendom van Aart Berends, dan tot 1864 van M.Pannekoek, vervolgens van J. Van de Heuvel die vanaf 1867 de molen met stoom dreef. (7)
De oliemolen is in 1880 het eigendom van de firma G.C.Spengler & Co. De heer Spengler heeft het dan 3 ha grote terrein met de villa aan de Hartens weg in 1882 verkocht aan de heer W. Sanders. In 1891 wordt J.W. Reehorst eigenaar; in 1897 ontstaat de N.V. Stoomolieslagerij ‘Harten’ Na een faillissement werd de fabriek afgebroken. Ter plaatse kwam een café, het latere café van Lent, dat in 1944 door oorlogshandelingen werd verwoest. De grond is later bij het terrein van Van Gelder Zonen getrokken.(8)
Bron:
De papiermolens in de provincie Gelderland, Overijssel en Limburg H.Voorn 1985
1) R.A.G. Arch. Staten Veluwe 161, fol.31,32 V
2) Ib.,161 fol. 45v,47
3) R.A.G.,R.A. Veluwe 1013, fol. 25v,26
4) Ib.,1013fo.45v47,118-119v,160v-161
5) Register Leenakten Arnhem, blz.46,47
6) In de Franse enquette van 1808 wordt Jannes Mulder in Renkum en Johannes Mulder in de stad Wageningen genoemd. Met dit laatste kan de molen bij Kortenberg zijn bedoeld, die echter volgens andere gegevens in 1747 korenmolen werd. We kunnen niet met zekerheid zeggen, of deze molen een gecombineerd papier- en korenbedrijf werd, en of Mulder behalve de Kwadenoordse molen, ook deze ‘afdeling’ van de Kortenburgse molen beheerde.
7) Arch. Dienst Stoomwezen, legger Gelderland 1868-1870. Het bedrijf van van den Heuvel wordt hierin ‘papierfabriek’ geoemd, hetgeen op een vergissing moet berusten.
8) Arch. Dienst Stoomwezen, 5e district, registers 1881 e.v. Zie ook Demoed, blz 208,212,232